De Geschiedenis van Opgenomen Muziek en het Verschil tussen Live Muziek en Dansavonden
In de geschiedenis van de muziek is opgenomen muziek een relatief modern verschijnsel dat zijn intrede deed in de 19e eeuw met de opkomst van elektriciteit in huizen. Daarvoor was live muziek de norm. Met de opkomst van geluidsversterking heeft ook het verschijnsel geluidsoverlast meer aandacht gekregen als negatief bijeffect. Door de jaren heen zijn opname-processen verbeterd en geprofessionaliseerd met als gevolg dat ook het neveneffect van de geluidsoverlast toenam. In deze lezing neem ik u mee in een tijdreis waarin ik verschillende fasen in de geschiedenis van de opgenomen muziek belicht, hoe dit het geluid veranderde en wat voor een impact dit heeft op de omgeving.
De eerste geluidsopnames werden rond 1900 gemaakt, voor de Tweede Wereldoorlog werd de muziek live gespeeld en men plaatste een microfoon op een afstand waar alle geluiden ongeveer in balans waren. Dit resulteerde erin dat het geluid weinig gelaagd klinkt.
Fragment: Leadbelly - Goodnight Irene (1933)
Duidelijk mag zijn dat de balans tussen de zang en de muziek grillig was en moeilijk te beheersen. Men begon dan ook al snel te werken met meerdere microfoons en een mixer die al die bronnen samenbracht tot één spoor.
Fragment: Edith Piaf - La Vie en Rose (1947)
Maar niet enkel de microfoon zorgde voor een beperkte registratie, ook de bandrecorder heeft moeite om hoge en lage geluiden mooi van elkaar te onderscheiden in een spoor. Het is beter om alle geluiden op losse sporen op te nemen en dan pas te mixen. Rond de jaren 60 kwam men met een verbetering door in plaats van één spoor met meerdere sporen te gaan werken. Eerst twee en daarna gedurende een redelijk lange tijd met vier sporen. Het voordeel was dat je daarmee de zang los kon opnemen van de drums, de melodische instrumenten en eventuele speciale arrangementen als bijvoorbeeld achtergrondkoor. Niet langer was er het probleem dat de drummer te hard sloeg en bijvoorbeeld de zangeres overstemde. Dit is goed te horen in de muziek van Jacques Brel die op Ne Me Quitte Pas bijna fluisterend zingt, een techniek die ondenkbaar was voor die tijd. Je hoort een duidelijke scheiding tussen de piano en de stem.
Fragment: Jacques Brel - Ne Me Quitte Pas (1959)
De vroege opnames van Elvis en The Beatles zijn ook met deze techniek opgenomen. Maar al snel werd duidelijk dat rockmuziek meer techniek vereiste en men begon met de zogenaamde close miccing techniek op de drum.
Fragment: Jimi Hendrix - Purple Haze.
Op deze opname is duidelijk elke trommel van het drumstel goed te horen in de mix. Met name de kickdrum creerde daardoor meer diep in de mix. The Beatles begonnen meerdere viersporenrecorders aan elkaar te koppelen om zo meer orkestrale opnames mogelijk te maken. Het geluid wordt groter.
Fragment: The Beatles - Strawberry Fields Forever (1968)
In de jaren 70 kwamen de eerste drumcomputers op en die electronische drums konden veel strakker 'pompen' in de mix. Er ontstond een soort battle tussen electronische opnames (disco) en akoestische (drums in rockbands).
Fragment: Donna Summer - I Feel Love (1977)
In die jaren werd die techniek voor rockmuziek verbeterd met compressoren en noise gates die ruis en ongewenste pieken kunnen uitbalanceren en waarmee de gemiddelde 'punch' in de drums nog meer benadrukt kon worden. Door middel van mixage werd het drumgeluid heftig electronisch na bewerkt waardoor het nog beter het dynamische niveau van de drumcomputer kon benaderen.
Fragment: Joy Division - She's Lost Control (1978)
(Noot aan publiek: Hoort iedereen dat de beat in popmuziek een duidelijke opmars maakt bij al deze productionele verbeteringen?)
In de jaren 90 ontstonden de eerste digitaal opgenomen producties, waarmee met name ook het masteringsproces de dynamiek maximaal kon vergroten.
Fragment: 2 Unlimited - No Limit (1992)
De meest recente ontwikkeling, ongeveer rond 2000 is de zogenaamde side-chain compressie. Wanneer de kick er is, duwt hij heel kort de andere klanken weg in de mix. Met die techniek die met name in dance muziek veel wordt gebruikt kun je daarmee de dansbaarheid tot een maximum opduwen.
Fragment: PSY - Gangnam Style (2012)
Omdat deze laatste techniek voor mensen in de zaal mogelijk moeilijk te begrijpen is, nog een fragment waarbij wordt toegespitst op deze productietechniek zonder afleidende andere geluiden: https://www.youtube.com/watch?v=filp0pUAFg0
De vraag die hierbij gesteld moet worden, is of geluidsmetingen correct uitgevoerd worden, kort genoeg zijn of te lang waardoor de puls wordt gemiddeld met de perioden van afwezigheid. De puls zorgt voor de overlast, maar als die gemiddeld wordt met de momenten waarop die er niet is, heb je mogelijk een verstoord resultaat t.o.v. bijv. een disco track uit 1970 waarbij die compressietechniek niet gebruikt wordt. De 'aardbeving' bij jaren 70 muziek is aanzienlijk minder heftig dan bij post-2000 muziek. Ik ben geen expert op dit gebied en ik denk dan ook dat dit een vraag is aan mensen die zich met deze materie bezighouden moet zijn. -----
LIVE MUZIEK
Afsluitend wil ik nog een kort pleidooi houden voor live muziek. Ik besef dat ik als uitvoerend artiest hierin niet neutraal sta, maar mogelijk verschaf ik inzicht. Grote optredens duren doorgaans anderhalf à twee uur en worden gehouden in perfect gebouwde concertzalen. Ik vermoed dat hier weinig geluishinder ontstaat, omdat bij de aanleg van een dergelijk groot pand vooraf nauwkeurig alle richtlijnen bestudeerd worden. Bij veel kleine zalen waar ik optreedt is er de klacht dat de buurt moeilijk doet. Enerzijds terecht, maar deze zalen hebben vaak beperkte mogelijkheden om die geluidshinder te voorkomen. Geen geld om te verbouwen/verhuizen is waarschijnlijk de hoofdreden. Een optreden duurt in kleinere zalen meestal niet langer dan 45 minuten en gemiddeld spelen er 2 of 3 bands, tussen de bands door wordt er wat achtergrond muziek gedraaid die meestal zachter staat dan de live muziek. Disco-zalen produceren muziek vanaf het moment dat de deur opengaat tot aan sluitingstijd op het maximale niveau. Dat is een aanzienlijk verschil ten opzichte van optredens. Tevens is de motivatie anders. Live-muziek wordt gemaakt door een artiest als kunstuiting, dance-avonden hebben meer het karakter van entertainment en een social event waarbij de artistieke motivatie meer op de achtergrond ligt. Geluidshinderwetten kunnen een artiest beperken in zijn mogelijkheden, terwijl de parameters niet lineair te vergelijken zijn met een zes uur durende disco-avond. Nederland is een land van regels. Enerzijds is dat fantastisch, maar als uitvoerend artiest merk ik dat bijvoorbeeld Italie, Frankrijk en Spanje veel meer vrijheden bieden. Het probleem is dat in Nederland de meeste live zalen in het stadscentrum liggen (een wens van de vvd, want dat genereert meer traffic dus meer omzet). In de Zuid-Europese landen is er minder infrastructuur voor cultuur met als gevolg dat concerten daar meestal plaatsvinden in verlaten bedrijfspanden die eenvoudig zijn omgebouwd tot buurthuis. Het is meer houtje touwtje, maar voordelig om geluidshinder te voorkomen. Er is in Nederland 15% leegstand van bedrijfspanden, gemeentes laten leegstaande scholen vervallen, leegstaande kerken worden niet benut als cultuurcentra. Kraken is verboden geworden sinds een aantal jaar, vastgoedondernemers zijn doorgaans weinig links en gemeentes zijn (vanwege een politiek links-rechts compromis) van mening dat cultuur prominent in het centrum gehuisvest moet worden in een duur nieuwbouwpand dat geluidsdicht, brandveilig is en met beveiligingsbeambtes voor de deur. Dat is niet in het voordeel van uitvoerende artiest, maar ook niet in het voordeel van mensen die in stadscentra wonen. De overlast is deels het gevolg van politieke beslissingen. Yuri Landman is een geluidsexpert op het gebied van instrumentenbouw, muziekproductie en internationaal actief als muzikant.