Contact

Geluidsaspecten van warmtepompen

1.    Inleiding

In Nederland worden zowel in de nieuwbouw als in bestaande woningen projecten ontwikkeld om duurzaam te wonen, dat is natuurlijk een goed initiatief. Nieuwe bouwprojecten worden ontwikkeld zonder gaslevering, waardoor andere vervangende verwarmingssystemen moeten worden toegepast. Een hiervan is de toepassing van warmtepompen. Toepassing van een warmtepomp kan leiden tot extra geluidoverlast. Deze kunnen in meerdere situaties worden geplaatst.

  • Warmtepompen kunnen door eigenaren van woningen worden toegepast.
  • Woning coöperaties kunnen in hun huurwoningen warmtepompen toepassen.
  • Projectontwikkelaars kunnen in hun projecten de woningen voorzien van warmtepompen.

De NSG stelt voor om bij buitenopstellingen van warmtepompen in de woonomgeving een geluidsgrenswaarde van 30 dB(A) op de perceelgrens of op 5 m (indiende perceelgrens verder weg is gelegen) na te streven, ter voorkoming van geluidsoverlast naar de omgeving

Gemeente Renkum verwijst naar NSG richtlijn.

2.    Plaatsing van warmtepompen

Warmtepompen kunnen zowel in de woning als buiten de woning worden geplaatst.

In de woning worden de warmtepompen in een aparte ruimte, bijvoorbeeld op zolder geplaatst, ofwel worden in het dakvlak opgenomen. Ook kan de warmtepomp in een aanpandige schuur van de woning worden geplaatst.

Warmtepompen kunnen tegen de buitengevel van de woning worden gemonteerd, bijvoorbeeld aan de voorzijde van de woning, ofwel aan de achtergevel in de tuin. Ook kunnen ze los van de woning in de tuin worden geplaatst, of een vrijstaande schuur.

3.    Geluidsvermogen warmtepomp

Een warmtepomp heeft twee belangrijke geluidsbronnen, te weten de compressor en de ventilator. Beiden zijn gelijktijdig in bedrijf. Het geluid kan gericht via de ventilatoropening worden uitgestraald of rondom via de metalen constructie. Door middel van een geluidsmeting rondom de pomp kan het niveau ervan worden bepaald.

In Europa moeten warmtepompen zijn voorzien van CE-label, waarop onder andere het geluidsvermogen van de warmtepomp is vermeld.

Het geluidsvermogen (LWA) van de warmtepompen is vastgelegd in de Ecodesign Directive Commission Regulation (EU) No 206/2012: 65 dB(A) voor pompen tot 6 kW en 70 dB(A) voor pompen van 6 kW tot 12 kW. De EU Ecodesign regelgeving wordt geleidelijk ingevoerd. Voor airco’s en ventilatoren gelden deze limieten al.

Het geluidsvermogen van de warmtepomp is een specifieke eigenschap van de pomp. Uit dit geluidsvermogen is het geluiddrukniveau van de pomp op een bepaalde afstand te berekenen met de formule:

LpA = LWA – 10*Log(P*3,14*R2) (dB(A)), P=2 bij geluiduitbreiding over een halve bol en 4 bij een hele bol. Luchtdemping op korte afstand is gering en behoeft dan niet in rekening te worden gebracht.

LWA = geluidvermogen van de pomp re. 10-12 W (dB(A))

LpA = geluiddrukniveau op afstand R van de pomp re. 2*10-5 Pa (dB(A))

Het berekende geluidniveau in dB(A) op verschillende afstanden.

Afstand

2 m

5 m

 10 m

15 m

Warmtepomp tot 6 kW (dBA))

48-51

41-44

34-37

30-33

Warmtepomp: 6 tot 12 kW (dB(A))

53-56

46-49

39-42

35-38


De NSG stelt voor om bij buitenopstellingen van warmtepompen in de woonomgeving een geluidsgrenswaarde van 30 dB(A) op de perceelgrens of op 5 m (indien de perceelgrens verder weg is gelegen) na te streven, ter voorkoming van geluidsoverlast naar de omgeving.


Uit de tabel blijkt dat op 5 m afstand extra geluidsdemping nodig is. Dit kan worden bereikt door de warmtepomp te voorzien van een geluidsisolerende omkasting. Enkele leveranciers van warmtepompen leveren al standaard een omkasting mee. De geluidsdemping van de omkasting moet 9 tot 15 dB(A) bedragen.

4.    Wettelijk kader

Sinds 1 april 2021 stelt het Bouwbesluit geluidgrenzen voor installaties buiten de woning. 

Artikel 3.8 en 3.9 zijn hiervoor aangepast, zie hier voor de tekst en normen.

 

Aanvullend hierop kan het onderstaande in de beschouwing worden betrokken. Voor de woonomgeving is een bestemmingsplan van toepassing. Uit een oogpunt van de Goede Ruimtelijke Ordening zijn onderstaande grenswaarden van toepassing. 

LAr,LT op de gevel van woningen 45 dB(A) tussen 07.00 tot 19.00 uur,

LAr,LT op de gevel van woningen 40 dB(A) tussen 19.00 tot 23.00 uur,

LAr,LT op de gevel van woningen 35 dB(A) tussen 23.00 tot 07.00 uur.

Veelal zal het geluid van een warmtepomp een tonaal karakter hebben, d.w.z. een brommend geluid. In de ‘Handleiding meten en rekenen industrielawaai’ wordt in dat geval een toeslag op het gemeten geluidsniveau toegepast van 5 dB(A).

Voor de meest kritische periode namelijk de nacht levert dat een grenswaarde van 30 dB(A). 

Het uitgangspunt is dat de warmtepomp geen overlast in de omgeving mag veroorzaken. Dit document geeft aan welke geluidgrenswaarde wordt aanbevolen.

CE-keurmerk

Nieuwe warmtepompen worden gelabeld met het CE-keurmerk. De verwachting is dat warmtepompen in de nabije toekomst gaan voldoen aan de genoemde geluidsvermogens van 65 en 70 dB(A).  Aan de hand van de afstandstabel kan worden bepaald waar een warmtepomp zou kunnen worden geplaatst.

Als de warmtepomp in de tuin wordt geplaatst kan deze overlast veroorzaken voor bewoner en voor de omwonenden tijdens verblijf in de tuin. Het is dan van belang dat bij de plaatsing van de warmtepomp hiermee rekening wordt gehouden. Dus de warmtepomp niet direct aan de erfscheiding of tegen de schutting plaatsen, maar een optimale afstand kiezen tot de naastgelegen tuinen en terrassen. Indien de in tabel berekende waarden worden overschreden adviseren wij u de warmtepomp in een geluidsisolerende omkasting te plaatsen. Let u bij het plaatsen van een omkasting op voldoende geluiddempende ventilatieopeningen. De in de markt aangeboden omkastingen kunnen het geluid met 9-15 dB(A) reduceren.

Als de warmtepomp aan de buitengevel van een woning wordt gemonteerd zijn voor verblijfsruimten in de eigen- en de buurwoning de grenswaarden uit het Bouwbesluit van toepassing, d.w.z. 40 dB(A).  Daarnaast is het goed om ook aandacht voor contactgeluidoverdracht van de warmtepomp bij de bevestiging op de gevel.

Bij plaatsing van een warmtepomp op zolder of aan de buitengevel van een woning is het zinvol om rekening te houden met een mogelijk verende opstelling van de warmtepomp door middel van rubberen trillingdempers. Een trillingspecialist kan hiervoor berekeningen uitvoeren en de benodigde trillingdempers selecteren.

Voorstel vanuit NSG
Geluidshinder van apparaten
1. Het in gebruik hebben van 1 of meer technische en/of mechanische installaties (zoals een Warmtepomp en/of Airco) in de buitenlucht, die niet vallen onder de regels van het Activiteitenbesluit milieubeheer of het Bouwbesluit mag geen geluidshinder worden veroorzaken en moet de grenswaarde in acht worden genomen zoals aangegeven onder a. Daarnaast moeten ook de voorwaarden onder b en c in acht worden genomen.
a. Het gemiddelde geluidsniveau LAr,LT, op de perceelgrens of op de gevel van een naastgelegen geluidsgevoelig gebouw (zoals een woning in een appartementencomplex) of op 5 meter van het apparaat indien het geluidsgevoelige gebouw of de perceelgrens verder weg staat, mag niet meer bedragen dan 30 dB(A);
b. de in a aangegeven waarde op de gevel ook geldt bij gevoelige terreinen op de grens van het terrein;
c. de controle op dit voorschriften plaatsvindt conform de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai (m.u.v. de toeslag tonaal, want dit zit al verwerkt in de grenswaarde)